School met de Bijbel, IJsselstein



Voorjaar 1944. Aan het Kronenburgplantsoen in IJsselstein ligt de School met de Bijbel, waar Jan Aart van Ieperen (1914) uit Benschop lesgeeft aan de vierde klas. De in februari geïnstalleerde NSB-burgemeester Henri Moot van het stadje verneemt dat Van Ieperen actief is voor de ondergrondse. Hij zou zelfs een rol hebben gespeeld bij de overval op het distributiekantoor van IJsselstein op 13 maart 1944. Daarbij is Moot in een kluis opgesloten - iets wat hem de bijnaam 'Harry de Kluizenaar' opleverde.
Moot verklaart dat hij niet zal rusten voor de daders achter slot en grendel zitten. Jan Aart neemt maatregelen. Een maand lang houdt zijn broer Jasper (1913) de school in de gaten als hij daar werkt, zodat hij hem kan waarschuwen als er gevaar dreigt. Een keer spreekt Moot Jasper op straat aan. Op de vraag waar zijn broer is, antwoordt deze: "Ik zou me als ik u was de moeite besparen hem te zoeken. Hij is met vakantie."
Het is een wonder dat Jan Aart zo lang zijn gang kan gaan. Veel andere verzetsstrijders zijn opgepakt of stoppen er uit veiligheidsredenen mee. Jan Aart niet. "Ik heb hun werkzaamheden overgenomen. Wie moet dat doen als ik weg ben?" antwoordt hij op de vraag van een dorpsgenoot die zich zorgen over hem maakt. "Dat leidt tot grote problemen in de omgeving."
En dus blijft hij op zijn post.

Als na de zomer van 1944 de school door de Wehrmacht wordt gevorderd en ingericht als lazaret voor gewonden, hoeft Jan Aart niet meer elke schooldag naar IJsselstein. Voortaan zullen de leerkrachten om beurten les geven aan meerdere klassen te gelijk in de consistoriekamer van de gereformeerde kerk.


1944