Noodlanding op het Benedeneind
Zondag 19 november 1944. Terwijl half Benschop in de kerk zit, vliegt er een aangeschoten Britse Typhoon met een sputterende motor over het dorp. Het toestel heeft een trein bij Harmelen aangevallen en is door luchtafweer geraakt. Tot verbazing van de inwoners maakt het opeens aanstalten om te landen. Op het land achter de boerderij van Arie Oskam op Benedeneind 293 zet de piloot, de in Zuid-Rhodesië geboren Jimmy Laing, het aan de grond. Het belandt daarbij voorover in een sloot. Met de schrik komt Laing vrij en gaat er als een haas vandoor.
De Benschoppers in de omgeving komen massaal op het wrak af. Iemand pompt de brandstof over in een teil, anderen ontdoen de cockpit van van alles en nog wat. De Duitsers zijn nergens te bekennen, maar wel op zoek naar het toestel. Op een zeker moment kruipen twee jongens het wrak in. Ze drukken op een knop; hij blijkt van de mitrailleurs te zijn. De kogels boren zich in de modderige sloot en de derrie vliegt alle kanten op. Sommigen mensen zitten helemaal onder. Het oorverdovende lawaai van de schoten is in de wijde omtrek te horen. Iedereen maakt dat hij wegkomt, want de Duitsers weten nu waar ze heen moeten.
Omdat ze Laing niet kunnen vinden, wordt Oskams zoon Arie jr. door hen meegenomen en opgesloten in de gevangenis het Wolvenplein in Utrecht. Arie (die eind 2014 overlijdt) ontsnapt diezelfde nacht nog. Laing wordt door Theo Klever en Wim van de Ende gevonden en ondergebracht bij A.C. Klever op Benedeneind 406. Twee weken later brengen de daar ondergedoken oud SS-er Herman Struik en Thea Bode uit Oudewater hem naar het klooster in Haastrecht. Via de Biesbosch weet hij weer achter de geallieerde linies te komen.
1944
Reacties
Geen reacties aanwezig