Het Wolvenplein



Zaterdag 17 februari 1945, 13.00 uur; Utrecht. Vanaf het plein voor de gevangenis het Wolvenplein vertrekt een Mercedes-bus met grote ramen. Het is een kille, grijze dag. In de bus zitten leden van een Wehrmacht-eenheid uit Gouda. Tussen hen in, in het midden van de bus. bevinden zich zeven mannen die op de dinsdag ervoor in Benschop zijn opgepakt: Jan Aart van Ieperen (30), Jasper van Ieperen (31), Hendrik ‘Jan Zwol’ Sattler (20), A.C. Klever (43), Adriaan van Vliet (25), Arie Klever (21) en Jan ‘de Boer’ van den Ende (21).

Ze maken zich geen illusies meer. Jasper, die in cel 35 heeft gezeten, heeft de avond ervoor tegen zijn nieuwe celgenoot, de Utrechter Groenhuijse, gezegd dat hij weet dat de kogel voor hem en zijn broer klaar ligt. Angst toont Jasper niet. "De dood jaagt Jan Aart en mij geen vrees aan," zegt Jasper tegen Groenhuijse. "Want wij weten dat we beiden naar Jezus gaan."


1945