Vrijdag 1 Februari 1946, IJsselstein. Het is fris, winderig en bewolkt als drie rechercheurs van de Politieke Opsporingsdienst om halfnegen in de morgen aanbellen bij het arbeidershuisje op Schapenstraat 8. Bij zich hebben ze een arrestatiebevel voor de bewoner, de heer Willem Marinus Boon, geboren op 1 september 1912.

Zijn hoogzwangere vrouw Corrie doet open en laat ze binnen. Daar vertelt een van de rechercheurs Boon dat hij is gearresteerd op verdenking van verraad. "Maar ik heb nooit iemand verraden!'" reageert hij.

Een uur later zit Boon in de gevangenis het Wolvenplein in Utrecht. Voor zijn vrouw komt de arrestatie als een volslagen verrassing. Als haar man is afgevoerd, komen er mannen die de inboedel in beslag nemen. Ze halen het hele huis leeg. Als een van hen Corrie's naaimachine, die ze van haar moeder heeft gekregen en wel 700 gulden waard is, wil inpakken, schreeuwt ze: “Van die naaimachine blijf je af!”

Het is vrijwel het enig dat ze kan behouden. Waarom haar man is meegenomen en wie hij dan verraden zou hebben, verneemt ze pas weken later. Ze is dan inmiddels bij haar ouders in Gouda in getrokken. Daar wordt op 13 februari haar dochtertje Lisa geboren. Het is die dag exact een jaar geleden dat de razzia in Benschop plaatsvond.

1946