"Verbrand die rommel!"
Eind september 1944, Benschop. Schilder Piet den Hollander (1910), die op Benedeneind 464 woont, krijgt de door de IJsselsteinse fotograaf Jakob de Jong gemaakte groepsfoto onder ogen. Hij schrikt zich rot. "Zijn jullie gek geworden," schreeuwt hij tegen enkele jongens die erop staan. "Wat als de foto in verkeerde handen valt? Verbrand die rommel!"
Den Hollander heeft zich aangesloten bij een Knokploeg (KP) in De Bilt en is zijdelings betrokken bij de verzetsgroepen in Polsbroek en Benschop. Hij opereert onder de schuilnaam was ‘Rudolf’. "Op een dag vielen de Duitsers ons huis binnen," zegt zijn dochter Neeltje Brouwer–Den Hollander (1937). "Ze zochten ‘Rudolf’. Niet wetende dat het mijn vader was, lieten ze hem met rust."
Samen met Herman Struik, Wim van den Ende en de Lopikse KP-er Maarten Verheij rijdt Den Hollander een paar keer in het najaar van 1944 en in de winter van 1944/1945 met een door de Duitsers op Dolle Dinsdag achtergelaten vrachtwagen naar Lekkerkerk, waar op een weiland langs de Tiendeweg door de geallieerden wapens worden gedropt. Ze verbergen die op verschillende plaatsen in Benschop.
Tijdens de razzia op 13 februari 1945 is Den Hollander met twee tantes in het Oosten van het land om graan te kopen. Zo ontsnapt hij aan arrestatie, al staat zijn naam niet op de lijst die de Duitsers bij zich hebben, blijkt later. Het roept vragen op. Graan halen terwijl hij toegang tot voorraden heeft? Een man op voedseltocht - die wordt toch meteen opgepakt en voor werk naar Duitsland gestuurd?
Als in februari 1946 bekend wordt wie Benschop heeft verraden, blijkt de verdachtmaking ongegrond. Al blijft het een vreemd een verhaal. Vormt de verzetsgroep van Jan Aart van Ieperen, Theo Klever en Herman Struik vanwege hun nadrukkelijke aanwezigheid tijdens die laatste oorlogsmaanden een risico voor de andere verzetsgroepen in de regio?
Periode: 1944 - 1945
Reacties
Geen reacties aanwezig