Britse jagers boven de Damweg
Herfst 1944, Lopikerwaard. Nu de geallieerden gebruik kunnen maken van vliegvelden in het zuiden van Nederland en België, wemelt het van hun jachtvliegtuigen in de lucht boven de nog bezette provincies. Ook boven Benschop en de naburige dorpen horen en zien ze de toestellen regelmatig over razen. Het zijn voornamelijk Typhoons en Spitfires van de Britse R.A.F. Ze hebben vrij spel, want van de Duitse Luftwaffe hebben ze nauwelijks meer iets te duchten. Door gebrek aan benzine kunnen die hun overgebleven toestellen nauwelijks nog inzetten.
De geallieerde jagers hebben het gemunt op Duitse konvooien en troepenconcentraties. Op de terugweg van zijn school in Oudewater is de dan 13-jarige Joop van Vliet uit Lopik getuige van zo’n aanval op de Damweg vlak bij Polsbroekerdam. Op zijn damesfiets met banden, die uit houten blokjes bestaan, ziet hij twee Typhoons naderen. Boven hun hoofden draaien ze zich om en duiken op een konvooi dat zich voor hen in een bocht bevindt. Er volgt een verschrikkelijk lawaai. Joop en zijn vrienden durven er pas langs als de jagers uit zicht zijn, het is dan al aan het schemeren. Er staan Duitse soldaten onder de bomen een sigaretje te roken; ze lachen naar hen en lijken niet onder de indruk. Een eindje verderop staat een paard en wagen van een melkboer. De melkboer is dood. Zijn helper heeft nog net op tijd van de wagen kunnen springen en mankeert niets.
De volgende dag op school blijkt dat de melkboer de vader van een jongen uit Joops klas is. "Dat beeld van die dode man heb ik nog vaak teruggezien in mijn dromen, zoiets blijft je altijd bij,’ vertelt Joop van Vliet in het boek 'Het verraad van Benschop'.
1944
Reacties
Geen reacties aanwezig