Bevrijdingsdag in IJsselstein



Zaterdag 5 mei 1945, IJsselstein. Voor het stadhuis verzamelen Duitse soldaten zich voor hun aftocht. Goederen die ze mee naar Duitsland willen nemen, hebben ze op karren geladen. Enkele Nederlandse kinderen lopen al met een Nederlandse vlag over straat.

De capitulatie is die ochtend om 8.00 uur officieel afgekondigd. Ortskommandant Müller van het stadje heeft om half tien zijn toestemming gegeven om de Nederlandse driekleur uit te hangen. De sfeer op het plein is grimmig. "De Duitsers waren gespannen en liepen nog steeds met hun wapens rond," vertelt Co Kranenburg (1932) die op Benschopperstraat 4 woonde. "We zijn snel weer naar huis gegaan."

De bevrijders laten zich pas op 7 mei in IJsselstein zien. Een dag later wordt NSB-burgemeester Henri Moot gearresteerd. Tot op het laatste moment is hij bezig geweest om anti-Duitse landgenoten aan te geven bij de bezetter, zoals de 37-jarige elektricien Johan van Hoeven van Voorstraat 14, die op vrijdagavond 4 mei rond zou hebben bazuint dat de capitulatie een feit is. Van Hoeven houdt zich vier uur in de dakgoot van zijn huis schuil als een dronken Müller met een onderofficier hem komt zoeken. De Ortskommandant schiet daarbij zijn pistool leeg in de schuur en de onderofficier dreigt handgranaten in het huis te gooien, terwijl Van Hoevens vrouw met zes kinderen in doodangst in de woonkamer zit. Ze schreeuwen dat hij te voorschijn moet komen. Onverrichterzake gaan ze weg. Ze nemen zijn radio mee.

Op zaterdag 5 mei brengt Müller het toestel persoonlijk terug op Voorstraat 14. Hij biedt geen excuses aan.

1945

Reacties

Geen reacties aanwezig