Het verdwenen bevolkingsregister
Eind december 1944, Benschop. De Duitsers hebben in de laatste week van het jaar plakkaten in het dorp opgehangen waarop staat dat alle jongemannen tussen de 16 en 35 jaar zich moeten melden voor de Arbeitseinsatz. Op weigering staat de doodstraf.
Omdat de Duitsers gebruikmaken van de bevolkingsregisters om mannen op te sporen, besluiten verzetsleider Jan Aart van Ieperen en zijn groep die weg te halen uit de kluis van het gemeentehuis. Ze krijgen daarbij hulp van gemeenteambtenaar Cornelis de Bruijn (1916-2002), links op de foto. Alle registers van 1922 tot 1939 en alle persoonskaarten van de inwoners uit Benschop, Polsbroek en Hoenkoop die zich daar bevinden - bij elkaar 3600 stuks - worden in kisten geladen en ondergebracht bij boer/fruitteler Teunis Roodenburg (rechts op de foto) op Benedeneind 253; het is tevens de plek waar Jan Aart uit veiligheidsoverwegingen vaak de nacht doorbrengt.
Eerst liggen de kisten onder een stapel griendhout en takken, maar nadat deze is geslonken, worden ze begraven in een grote kuil.
Na zijn daad moet De Bruijn onderduiken. Hij komt met hulp van Jan Aart terecht op de boerderij van de familie Rijneveld op de Lekdijk West 76 in Lopik, waar hij onder de schuilnaam Cor van Dam tot de bevrijding als boerenknecht werkt.
In juni 1945 wordt het bevolkingsregister opgegraven en terug naar het gemeentehuis gebracht. Op de foto verlaten De Bruijn en Roodenburg met een kist het huis van laatstgenoemde.
Periode: 1944 - 1945
Reacties
Geen reacties aanwezig