'Ik sta ook op die groepsfoto!'

17 april 2015

Ontmoeting met een nieuwe getuige van de in september 1944 gemaakte foto van het Benschopse verzet en haar onderduikers.

De jonge Hovingh in Benschop

Gisterenavond tijdens mijn drukbezochte lezing in boekhandel Logica in de Benschopperstraat in IJsselstein vroeg een oudere meneer het woord.

'Zeg die groepsfoto,' begon hij. 'Hoe zijn die Duitsers nu aangekomen?'

Ik vertelde dat hij werd gevonden in een lade bij verzetsleider Jan Aart van Ieperen thuis, waarna er door de Duitsers een vergroting van werd gemaakt zodat ze de opgepakte mannen konden identificeren.

'Ik sta ook op de foto!' zei de meneer. 'Mijn naam is Hovingh. Ik woonde tijdens de oorlog in Utrecht. Ik werd in de zomer van 1944 voor werk in Duitsland opgeroepen. Ik was 18. Ik ben toen in Benschop ondergedoken. Een van de broers Van Ieperen heeft me erheen gebracht. Ik zat bij familie Van Os. Je schrijft dat we ons voornamelijk dood verveelden als onderduikers. Man, ik heb nog nooit zo hard gewerkt in mijn leven. Je moest eens weten hoeveel wilgentenen ik heb moeten trekken. Maar het was er inderdaad heel vrij. Ik kon gaan en staan waar ik wilde in Benschop, niemand die me dat verbood. Bij ons naast zaten jonge Duitse militairen ingekwartierd. Daar gingen we gewoon mee om.'

Volgens Hovingh is de foto gemaakt bij Van Ieperen achter, hij dacht op 17 september 1944. En er waren meerdere afdrukken van; op deze zit hij, maar er is er ook een waarop hij ligt en steunt op zijn arm. Tijdens de razzia was hij met anderen het land in gevlucht; hij heeft er verder weinig van mee gekregen. Nadat de Duitsers waren vertrokken, wilde de boerin hem niet meer in huis. Ze was bang dat de Duitsers terug zouden komen. 'Ik ben naar huis gefietst en heb de laatste weken thuis op zolder gezeten. Toen wist ik weer wat honger was; we hadden in Utrecht nauwelijks iets te eten.'

Binnenkort ga ik bij meneer Hovingh langs in De Bilt voor zijn hele verhaal. Wordt dus vervolgd!